Toen Ingvar Kamprad in januari overleed had hij minutieuze plannen klaarliggen voor een bestendige toekomst van het meubelbedrijf dat hij in 1943 als 17-jarige had opgericht in de Zweedse plaats Småland.
Tijdens zijn 75-jarige leiderschap heeft IKEA zich ontwikkeld tot een van de grootste bedrijven van Zweden, met honderden winkels wereldwijd, bijna 200.000 werknemers en een jaaromzet van meer dan 35 miljard euro.
Volgens zijn zoons begon de planning voor een IKEA zonder Ingvar Kamprad al in 1976, toen hun vader veranderingen in gang zette in de holdingstructuur.
Zo zijn de naam, de concepten en de merken bijvoorbeeld in eigendom van Inter Ikea Systems BV, dat op zijn beurt weer onderdeel is van een in Liechtenstein gevestigde instelling. De meeste van de winkels – de hardware van IKEA – zijn dan weer in handen van een Nederlands bedrijf: INGKA Holding B.V.
Het doel van deze opzet van de IKEA Group is dat het zo complex is dat buitenstaanders het niet zouden begrijpen.
”De laatste jurist die hier aan gewerkt heeft, weet nu wat de eerste jurist had bedacht", stond in het door een vriend van Kamprad geschreven boek 'Historien om IKEA' over de geschiedenis van het bedrijf dat in 1998 werd gepubliceerd.
Volgens de Zweedse krant Expressen worden delen van de plannen die IKEA 'het eeuwige leven zouden moeten geven' bewaard in een kluis.
De bedoeling van die enorme complexiteit is dat het levenswerk van Ingvar Kamprad oorlogen, politieke onrust en wanbestuur zou kunnen overleven. Dat zei hij tenminste zelf. Anderen denken dat de structuur is opgezet voor de belastingen.
”Ik hoop dat later duidelijk wordt dat de eigendomsconstructie en de machtsstructuur van IKEA en de ingebouwde mechanismen positief zijn voor het hele bedrijf", zei Ingvar Kamprad in het boek over IKEA uit 1998. Hij zei daarin ook dat het veiligstellen van het Zweedse en Smålandse erfgoed een van de andere redenen was.
In 1976 probeerde Ingvar Kamprad ook de spirituele en culturele toekomst van IKEA te garanderen door het publiceren van een tekst met als titel 'A Testament of a Furniture Dealer'. Daarin beschreef hij negen richtlijnen met betrekking tot discipline, soberheid en eenvoud die een gids moesten vormen voor zijn meubelbedrijf.